Overig ringwerk

Overige projecten
Naast het genoemde RING-MUS project ben ik ook nog actief in een vijftal andere projecten, te weten:

CES04 Junner Koeland en CES22 Ariën
Het doel van het Constant Effort Site (CES) project is het verzamelen van informatie die bijdraagt tot het verklaren van veranderingen in vogelpopulaties. Deze informatie wordt in een speciaal meerjarig vogelringproject met behulp van vaste mistnetopstellingen tijdens het broedseizoen verzameld. De speerpunten van het CES project zijn monitoring, reproductie en overleving. Informatie over de hoeveelheden uitgevlogen jongen wordt verkregen uit de verhouding van de gevangen volwassen en jonge vogels in de loop van het zomerseizoen. Hervangsten van geringde vogels in opeenvolgende onderzoeksjaren geven informatie over de jaarlijkse overleving. 

Op het Junner Koeland wordt sinds 1995 gevangen in een zogenaamd Jeneverbes-struweel
In Arriën wordt sinds 1996 gevangen in een tuin, op de rand van het bos en de es.


RAS Torenvalken
Het Retrapping Adults for Survival (RAS)-project is een ringproject van het Vogeltrekstation dat zich specifiek richt op het meten van de overleving van Nederlandse broedvogels. Het doel van het project is om zoveel mogelijk terugvangsten of waarnemingen van één vogelsoort (in dit geval de Torenvalk) binnen een vastomlijnd gebied (in dit geval Hardenberg en Coevorden) te verzamelen, die het mogelijk maken om de overlevingskansen van een reeks van vogels te volgen.

Om het aantal terugmeldingen te vergroten wordt in dit project ook gebruik gemaakt van kleurringen, die waarnemingen op afstand mogelijk maken. Je hoeft de vogel dus niet meer te vangen. Vanaf 2007 participeer ik in dit project.


VRS Schiermonnikoog
De VRS is een vereniging van 17 ringers die op vrijwillige basis onderzoek doet aan het trekgedrag van vogels. Hiertoe wordt in de periode van 1 augustus tot eind november jaarlijks volcontinue vogels gevangen en geringd. Er staat ca. 550 strekkende meter mistnet opgesteld.

Het vangterrein bevindt zich op het Groene Glop, waar gebruik gemaakt wordt van het daar aanwezige Veldlaboratorium van de Vrije Universiteit te Amsterdam.

Naast de algemene onderzoeksvraag proberen we ook antwoord te krijgen op een tweetal specifieke onderzoeksvragen: 1 Hoe wordt het eiland door de vogels gebruikt om ‘op te vetten’ zodat ze hun trek kunnen vervolgen, en 2. wat is het effect van het afspelen van geluid op de vangsten.

Op de website wordt voor geïnteresseerden een dagboek bijgehouden. Gedurende het seizoen is het mogelijk om excursies bij te wonen (opgeven via het Bezoekerscentrum van Natuurmonumenten te Schiermonnikoog).

De Groote Scheere e.o.
Vanaf 1995 inventariseer ik (samen met mijn collega-vogelaar Jan Leferink) het gebied van het landgoed De Groote Scheere e.o. op de aanwezigheid van roofvogels en uilen. We brengen de broedlocaties in kaart, alsmede het broedsucces. Hiertoe noteren we het aantal eieren en uitgevlogen jongen. De jongen worden van een ring voorzien.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten